De paragrafen

Paragraaf 1 Lokale heffingen

Beleidskader

Artikel 228a van de Gemeentewet
Verordening Rioolheffing 2025

Algemeen

De riool- en waterzorgheffing wordt geheven voor de bekostiging van de gemeentelijke watertaken. Voor het tarief geldt het uitgangspunt van 100% kostendekking. We gaan uit van het principe ‘de vervuiler betaalt’.
De gemeente werkt met een voorziening riolering. Dit is conform artikel 44 lid 2 BBV. Het gaat daarmee om gelden die bij de burger worden opgehaald voor de taak riolering en die weer volledig naar de burger terugvloeien. Zijn de lasten hoger dan de baten, dan onttrekken we deze aan de voorziening en andersom. Deze voorziening zetten we alleen in voor riool- en waterzorgtaken. De middelen blijven beschikbaar voor de taken die in het Gemeentelijk Watertakenplan (GWP) 2023-2027 genoemd zijn.

Tarieven

Met ingang van 2024 bestaat de nieuwe riool- en waterzorgheffing uit een belasting voor het gebruikersdeel en het eigenarendeel. De belasting voor het gebruikersdeel is een vast bedrag voor een perceel met woonhuis en voor overige percelen naar het aantal kubieke meters water dat wordt afgevoerd. Het eigenarendeel wordt geheven naar een vast bedrag per perceel (WOZ-object). Op de riool- en waterzorgheffing is een jaarlijkse inflatiecorrectie van toepassing. Voor 2026 is dat 2,7%.

Tarief

2024

2025

2026

Riool- en waterzorgheffing – gebruiker

€ 144,12

€ 147,36

€ 151,32

Riool- en waterzorgheffing – eigenaar

€ 74,16

€ 75,84

€ 77,88

Vermeerdering niet-woning vanaf 350 m3
(per volledige 100 m3)

€ 34,64

€ 35,44

€ 36,40


In de Kadernota 2026 hebben we aangekondigd dat het aanpassen van de methodiek toerekening overhead leidt tot aanpassing van deze heffing. In onderstaande kostendekking is dit verwerkt door een extra onttrekking aan de voorziening, waardoor het tarief niet extra hoeft te stijgen.

Kostendekking

(bedragen x € 1.000)

Riool- en Waterzorgheffing

Taakveld

2026

2027

2028

2029

LASTEN

Algemeen rioolbeheer *)

7.2 Riolering

-1.955

-2.101

-2.319

-2.357

Klimaatadaptie

7.2 Riolering

-16

-16

-16

-16

Riolering en waterzuivering

7.2 Riolering

-1.413

-1.406

-1.403

-1.399

Straatreiniging

2.1 Verkeer, vervoer

-206

-203

-213

-211

Onderhoud watergangen

5.7 Openbaar groen en (open-lucht) recreatie

-255

-255

-255

-255

Perceptiekosten

0.64 Belastingen overig

-240

-240

-240

-240

Overhead

0.4 Overhead

-611

-611

-611

-611

Compensabele BTW

n.v.t.

-821

-851

-898

-906

Subtotaal Lasten

-5.517

-5.683

-5.955

-5.995

BATEN

Riolering en waterzuivering

7.2 Riolering

30

30

30

30

Riool- en waterzorgheffing

7.2 Riolering

5.048

5.048

5.048

5.048

Kwijtscheldingen riool- en waterzorgheffing

6.3 Inkomens-regelingen

-80

-80

-80

-80

Subtotaal Baten

4.998

4.998

4.998

4.998

SALDO

-519

-685

-957

-997

Dekkingspercentage

90,6%

87,9%

83,9%

83,4%

Onttrekking Voorziening

7.2 Riolering

519

685

957

997

Dekkingspercentage na egalisatie

100%

100%

100%

100%

(+ = voordeel, - =nadeel)
*) De toename van de lasten vindt zijn oorsprong in de toekomstige investeringen volgens het GWP, zie Investeringsplan in programma 7.
De toelichting in de paragraaf Onderhoud Kapitaalgoederen kunt u hier vinden.

Voorziening Riolering

Deze voorziening valt onder de categorie “voorziening van derden verkregen middelen met een specifieke bestemming”. Dit is conform het gestelde in artikel 44 lid 2 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV). "Tot de voorzieningen worden ook gerekend van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden, met uitzondering van de voorschotbedragen, bedoeld in artikel 49, onderdeel b." Hiermee wordt duidelijk dat het om gelden gaat die bij de inwoner zijn opgehaald voor de taak riolering. Zijn de lasten hoger dan de baten, dan wordt aan deze voorziening onttrokken. Deze voorziening wordt alleen voor riool- en watertaken ingezet. De middelen blijven voor de in het GWP genoemde taken beschikbaar.

Het verloop van de voorziening is als volgt:

Voorziening riolering (#923002)
x € 1.000

2026

2027

2028

2029

LASTEN

Beginsaldo 1 januari *

5.373

4.854

4.169

3.212

Onttrekking begrotingsjaar

-519

-685

-957

-997

Saldo 31 december

4.854

4.169

3.212

2.215

* Het beginsaldo per 1 januari 2026 is bepaald door het saldo per 31 december 2024 te verminderen met de geraamde onttrekking volgens de actuele begroting 2025.

Deze pagina is gebouwd op 10/02/2025 11:02:16 met de export van 10/02/2025 10:54:55