Voor de toetsing van het renterisico heeft de overheid twee instrumenten gedefinieerd, namelijk de kasgeldlimiet en de renterisiconorm.
Kasgeldlimiet per 1 januari 2026
De kasgeldlimiet geeft aan hoeveel de gemeente kort mag financieren. De toegestane kasgeldlimiet bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal van het lopende jaar naar de stand per 1 januari. De uitgaven in de programma's bedragen afgerond € 151.115.000 (exclusief toevoegingen en onttrekkingen aan reserves). De kasgeldlimiet voor 2026 bedraagt dan € 12.845.000.
Renterisiconorm op de vaste schuld per 1 januari 2026
De renterisiconorm heeft als doel om het renterisico bij herfinanciering te beheersen. Het renterisico is het gevaar van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten van de gemeente door rentewijzigingen. De renterisiconorm houdt in, dat de jaarlijks verplichte aflossingen en renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal bij aanvang van het jaar.
Het renterisico op de vaste schuld blijft onder de renterisiconorm, zowel in 2026 als tijdens het hele meerjarenperspectief. Bij het opnemen van nieuwe langlopende geldleningen wordt in ieder geval met deze norm rekening gehouden, zodat deze ook in de toekomst niet overschreden wordt.
Op basis van de huidige inzichten is er in 2026 een nieuwe geldlening nodig van € 15 miljoen. Door onvoorziene nieuwe investeringen kan het zijn dat er toch nog aanvullende financiering nodig is. De inschatting is dat in die situatie voor maximaal € 10 miljoen aan aanvullende financiering moet worden aangetrokken.
RENTERISICONORM EN RENTERISICO'S VAN DE VASTE SCHULD PER 01-01-2026 | |||||
(Bedragen x € 1.000) | |||||
2026 | 2027 | 2028 | 2029 | ||
Renterisico op vaste schuld | budget | budget | budget | budget | |
1a. Renteherziening op vaste schuld o/g | 0 | 0 | 0 | 0 | |
1b. Renteherziening op vaste schuld u/g | 0 | 0 | 0 | 0 | |
2. Netto renteherziening op vaste schuld (1a - 1b) | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3a. Nieuw aangetrokken vaste schuld (o/g) | 15.000 | 30.000 | 20.000 | 0 | |
3b. Nieuw verstrekte lange leningen (u/g) | 0 | 0 | 0 | 0 | |
4. Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a - 3b) | 15.000 | 30.000 | 20.000 | 0 | |
5. Betaalde aflossingen | 2.881 | 12.391 | 2.636 | 2.636 | |
6. Herfinanciering (laagste van 4 en 5) | 2.881 | 12.391 | 2.636 | 0 | |
7. Renterisico op vaste schuld (2 + 6) | 2.881 | 12.391 | 2.636 | 0 | |
Renterisiconorm | |||||
8. Begrotingstotaal per 1 januari | 151.115 | 150.478 | 153.301 | 157.826 | |
9. Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage | 20% | 20% | 20% | 20% | |
10. Renterisiconorm | 30.223 | 30.096 | 30.660 | 31.565 | |
Toets Renterisiconorm | |||||
10. Renterisiconorm | 30.223 | 30.096 | 30.660 | 31.565 | |
7. Renterisico op vaste schuld | 2.881 | 12.391 | 2.636 | 0 | |
11. Ruimte(+) / Overschrijding(-) (10 - 7) | 27.342 | 17.704 | 28.024 | 31.565 | |
Liquiditeitenplanning
Voor de begroting 2026 vormt de liquiditeitenplanning van juli 2025 de basis voor de berekening van de verwachte financieringsbehoefte. Mocht er, zoals hiervoor al genoemd, toch nog aanvullende financiering nodig zijn dan heeft het college hiermee mandaat voor maximaal € 10 miljoen.
LIQUIDITEITENPLANNING | (Bedragen x € 1.000) | |||
|---|---|---|---|---|
2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
Inkomsten | ||||
leningen | 15.197 | 30.193 | 20.190 | 187 |
investeringen | 92 | 115 | 0 | 0 |
grondexploitaties | 3.256 | 1.076 | 1.076 | 1.076 |
overig operationeel | 137.000 | 141.000 | 145.000 | 145.000 |
Totaal inkomsten | 155.545 | 172.384 | 166.266 | 146.263 |
Uitgaven | ||||
leningen | 4.422 | 15.080 | 5.678 | 6.230 |
investeringen | 32.386 | 16.823 | 23.664 | 4.361 |
grondexploitaties | 1.440 | 1.229 | 710 | 54 |
overig operationeel | 132.000 | 132.000 | 136.000 | 136.000 |
Totaal uitgaven | 170.248 | 165.132 | 166.052 | 146.645 |
Totale cashflows | -14.703 | 7.252 | 214 | -382 |
Saldo rekening courant | -11.619 | -4.367 | -4.153 | -4.535 |